In Tibet is alles hoog. De eerste dag gaan we van 1800 meter meteen naar 4200 meter om te slapen. Veel te snel en niet bepaald gezond maar hier kan het niet anders. Je merkt het meteen aan je lichaam. Je bent al uitgeput wanneer je een rondje om de auto loopt. Je voelt je constant duizelig alsof je te snel bent opgestaan en je snakt naar lucht.
Dag twee stijgen we verder naar 4600 meter om een paar dagen later bij Mount Kailash te slapen op 4700 meter. Tot nu toe hebben we geen symptomen van hoogteziekte maar aan het einde van de dag bij Mount Kailash krijgt Harm opeens duidelijke hoofdpijn. Een van de symptomen. We nemen geen risico en pakken meteen de medicijnen erbij die we vanuit Nederland hebben meegekregen. Ook komt de gids aanzetten met een fles zuurstof. Na een half uurtje aan de fles gaat het al een stuk beter. Nu maar hopen dat het beter gaat want vliegtuigen zijn hier niet en met de auto is het minimaal vier dagen rijden om onder de 4000 meter te kunnen komen.
Tibet heeft naast de hoogste berg ook de hoogste snelweg ter wereld. Terwijl we naar Mount Everest rijden passeren we bergpassen van meer dan 5000 meter hoog. We kennen vele verhalen van andere reizigers die met gillende motor en grote rookwolken achter de auto een topsnelheid van acht kilometer per uur halen. Op deze hoogte is het zuurstofgehalte gewoon te laag voor de motor om goed te functioneren. Oude maar vooral ook de nieuwste auto’s hebben vaak problemen. De technologie die tegenwoordig in de auto zit geeft een error en de motor wil niet eens starten. Letterlijk “computer says no”. Oude motoren starten wel maar hebben bijna geen vermogen. Het is dus spannend hoe onze auto het gaat doen.
Zodra de auto boven de 3000 meter komt beginnen de rookwolken. Ook moeten we ’s ochtends de motor echt warm laten draaien om in beweging te kunnen komen. Met een koude motor kan je het gaspedaal tot de bodem indrukken zonder dat het toerental oploopt. Behoorlijk eng de eerste keer.
Onze turbo injectie motor doet het verder fantastisch. Eenmaal op temperatuur passeren we met gemak de hoogste bergpassen. De hoogste pas, 5378 of 5380 meter volgens het bord ernaast (de gps geeft 5384 meter aan) vliegen we over met een snelheid van honderd kilometer per uur. Zolang we boven de 2000 toeren blijven heeft de auto absoluut geen last van de hoogte en kunnen we zo hard we willen (zolang we gemiddeld maar niet harder gaan dan zeventig. We worden bij de check points namelijk geklokt dus moet je af en toe even pauze houden om je gemiddelde weer omlaag te brengen.
