We verruilen de slechte wegen van Oezbekistan voor mooi, glad asfalt in Kazachstan. We moeten aardig wat kilometers maken dus kijken we uit naar een comfortabele rit met een gemiddelde snelheid ver boven de gebruikelijke 30 km/u. Wel wordt het oppassen voor de politie want die schijnt voor elke overtreding torenhoge boetes uit te delen. Goed opletten dus dat we geen doorgetrokken streep met de band raken of te kort stil staan bij een stopbord. De regel is tot vijf tellen en dan pas optrekken.
Al snel komen we er achter dat er alles aan wordt gedaan om het de automobilist moeilijk te maken. Op de snelweg mogen we hele stukken maar twintig zonder dat hier een reden voor is. Daarnaast verandert de snelheid om de paar honderd meter waardoor we na tien minuten al geen idee meer hebben hoe hard we mogen rijden. Wanneer we een dorp in gaan staat er netjes een bord met de snelheid. Wel meteen met een camera er voor dus zodra je het bord ziet meteen boven op de rem. Wanneer je het dorp uit bent is altijd een raadsel. Meestal staat er geen bord en als er wel een bord staat is deze kilometers buiten het dorp te vinden. Ook de dorpen NAAST de snelweg zijn belangrijk. Ook al gaat de snelweg namelijk niet door het dorp toch moet je vijftig rijden en trapt iedereen als een malle het rempedaal in. Het resulteert in levensgevaarlijke situaties, maar ach, je hebt geen boete aan je broek.
Het zijn zoveel regels dat we er de hele dag over doen om driehonderd kilometer af te leggen. Het landschap is erg saai en ook de dorpjes hebben niets te bieden. Het worden een paar lange dagen voordat we in Almaty aankomen waar we ons kunnen registreren.