De grens over naar Iran

Huwelijksreis jul 12, 2017 No Comments

Op 12 juli zijn we het land van het voormalige Perzië ingegaan. Van te voren hadden we aardig wat voorbereidingen moeten treffen. Behalve een visum heb je een groene kaart en een carnet de passage nodig welke we beiden in Duitsland hebben moeten regelen. Aan de grens was het spannend of alle documenten zouden worden geaccepteerd door de douane. Vooral omdat we alleen een printje van de groene kaart hebben omdat het opsturen elke keer mislukte.

We gaan Iran in vanuit Astara, Azerbeidzjan. Op de navigatie rijden we tot aan een betonnen poort met een ketting ervoor. In de verte zien we wat vrachtauto’s staan maar niets wijst op een grensovergang. We parkeren de auto voor de ketting en kijken om ons heen. Wanneer Harm de auto uit stapt komt er een mannetje naar buiten en vraagt naar ons paspoort. We zitten dus goed. Na wat nummers op te hebben geschreven mogen we doorrijden. Verderop splitst de weg zich. Er staan geen borden dus gokken we rechts. In de verte zien we iemand druk wenken dus wederom goed. We rijden een loods binnen met een diepe geul in het midden. Blijkbaar willen ze onder de auto kunnen kijken. Steph stapt uit om aanwijzingen te geven zodat we niet in de diepe geul belanden.

We worden ontvangen door een vriendelijke man die wat Russisch kan en het fantastisch vindt dat Steph ook een paar woorden heeft geleerd. Nadat zeker is dat de auto op mijn naam staat mogen we naar een loket. Er worden foto’s van ons gemaakt en een paar vragen gesteld. Nu moet de auto gecontroleerd worden. Zodra we de deuren op trekken hebben ze het al gezien. Ze maken nog een grapje of we een grote bom op de auto hebben en laten ons gaan. We rijden de loods uit, passeren een brug vol Iraanse vlaggen en zetten de auto in de rij achter een bus. Nog geen tien minuten later zijn we aan de beurt.

Omdat mannen in Iran meer te zeggen hebben dan de vrouw mag Harm zich melden met de paspoorten terwijl Steph comfortabel in de auto wacht. Er word nauwelijks Engels gesproken, maar met handen en voeten kom ik een aardig eind. De paspoorten worden ingenomen. Ik wordt op een stoel gezet in een klein hokje met een paar hele kleine raampjes, niet veel groter dan je hoofd. Af en toe gaat er een raampje open en steekt iemand zijn hoofd naar binnen om een paar paspoorten weg te grissen. Een dikke man die bij mij in het hok zit schuift met enig geweld en een glimlach op het gezicht het raam met een stokje snel weer dicht om vervolgens weer verder te smakken op een stukje brood. Er wordt veel gelachen en grappen gemaakt als ik opeens een telefoon in mijn handen gedrukt krijg. Aan de andere kant van de lijn vraagt iemand of ik Engels spreek en of ik een Carnet de Passage heb. Beide vragen beantwoord ik met ja en de telefoon wordt weer weggegrist.

Na een minuut of tien stapt een tenger mannetje binnen. Het maakt een paar grappen en zegt dat de dikke man wil weten waarom ik geen bloemen heb meegenomen uit Nederland. Als ik terug grap dat ik dat wel gedaan heb maar dat ze inmiddels verwelkt zijn moet iedereen lachen en heb ik blijkbaar iets goed gedaan. De tengere man vertelt dat ik hem aan de lijn had. Hij spreekt goed Engels. Hij vraagt mij de auto in de schaduw te zetten zodat Steph comfortabeler zit. Als ik de auto wil verplaatsen ontstaat er wat onenigheid maar na wat heen en weer schreeuwen heb ik toestemming. Nu naar loket twee. Weer een heel klein raampje. De groene kaart wordt gevraagd. Als ik het printje geef beginnen ze moeilijk te doen maar de tengere man heeft blijkbaar wat te vertellen en maakt de ene grap na de andere. Het duurt even maar wederom mogen we verder. De auto wordt weer gecontroleerd. Ze vragen wat er op het dak zit. Als we vertellen dat het een tent is geloven ze ons niet en willen ze het zien. We hebben er al helemaal zin in om de tent open te klappen maar worden halverwege tegengehouden. De wachter verontschuldigt zich wel tien keer en vertelt dat hij alleen maar zijn werk doet en hoopt dat we het hem niet kwalijk nemen.

De Carnet. Nu wordt het pas echt interessant. Het is een stukje rijden terwijl de tengere man ons vooruit loopt. We parkeren de auto bij een kantoortje en Harm gaat weer mee naar binnen. Het kantoor bestaat uit een lange gang met links stoelen om te wachten en rechts een glazen wand met loketten. De man kent de weg goed en loopt meteen naar achteren waar hij iemand naar zich toe roept. Deze geeft niet thuis waarop hij iemand anders om een telefoon vraagt. Hij zoekt een nummer op en begint te bellen. Binnen een paar minuten staat er iemand voor hem die kan helpen. We worden apart genomen en krijgen een paar stempels. Ook worden de gegevens van de auto in een enorm grootboek genoteerd. De man krijgt wat geld toegeschoven en geeft ons een formulier. Hiermee lopen we terug naar het loket waar we asociaal voordringen en een ander mannetje wat toeschuiven. Er wordt van alles ingevuld en kopietjes gemaakt. Terug naar het kamertje achteraf. Op de papieren worden stempels gezet en we mogen weer naar een volgend kantoor. Als we binnen komen zie ik een man alleen zitten in een groot kantoor. Er wordt niet gesproken. De tengere man geeft de papieren en kijkt nederig naar beneden. Nauwkeurig wordt alles nagekeken, weer een paar stempel gezet en zet de man zijn handtekening. Snel grist de tengere man de papieren weg en we snellen naar buiten. Gestrest wil hij het chassisnummer controleren voordat we doorrijden naar nog een kantoor.

In een open ruimte staan meerdere bureaus. Er wordt nog een enorm grootboek tevoorschijn gehaald. In het Arabisch worden de vakjes ingevuld waarna ik mijn handtekening ondersteboven erbij moet zetten. We lopen door naar het volgende bureau. Nog meer stempels en krabbels en weer een kantoor in. Wederom een man met een wat norse blik de papieren nauwkeurig bestudeerd. Het roept wat in Farsi en we snellen naar buiten. De auto moet weer gecontroleerd worden. Niet op inhoud maar op chassisnummer. De man leest wat slecht dus noemt de tengere man de nummers op terwijl hij mee leest op het formulier. Hij knikt en geeft de ingevulde carnet terug. Het heeft tweeënhalf uur geduurd maar we mogen gaan.

fiftyandsomecows

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.