Vanmiddag lagen we nog in een beekje met smeltwater. Op een paar wolken na was het zonnig. Het water was koud maar met 24 graden Celsius waren we zo weer opgewarmd. Nog geen paar uur later, vlak voor de grens met Rusland, trekt het dicht. Met nog geen tien meter zicht en zonder een weg om te volgen rijden we stapvoets op de navigatie. Het is te laat om de grens nog over te kunnen dus moeten we opzoek naar een slaapplek. Buiten giert de wind en grote sneeuwvlokken bedekken de ruiten. We zitten in een sneeuwstorm.
Met dit weer is het geen doen om in de tent te slapen. Het waait zo hard dat we bang zijn dat de tent het niet zal houden. Gelukkig hebben we de auto zo ingericht dat we ook binnen kunnen slapen. Om zacht te liggen hebben we alleen het matras uit de tent nodig.
We draaien de neus van de auto in de wind. Vanuit de achterklep kook ik snel wat water om een expeditie maaltijd klaar te maken. Voor nood hebben we een aantal zakken met gevriesdroogde maaltijden uit Nederland meegenomen. Je hoeft alleen maar wat kokend water erbij te gieten en na tien minuten ben je klaar. Heel gemakkelijk maar niet te eten!
Na ons romantische dinertje gaat de wind even liggen. We klappen snel de tent open om het matras eruit te halen. We maken ons bed op en kruipen snel weer in de auto. Inmiddels is het weer volop gaan sneeuwen. De auto schudt behoorlijk heen en weer in de wind. Dat wordt vroeg ons mandje in. Het is wat krap met nog geen halve meter boven ons hoofd maar we liggen tenminste droog en warm.
Vanuit het niets komt er een motor met twee mannen de wolken uit gereden. Met hun handen proberen ze de sneeuw uit hun gezicht te houden. Verbaasd kijken ze naar de auto en proberen een deur open te maken. Ze lopen om de auto en proberen ook de andere deuren. We kijken elkaar aan terwijl we gespannen onze adem inhouden. Wat gaan we doen? Ik zie een man door het raam naar binnen staren. Vanwege de geblindeerde ruiten kan hij ons niet goed zien. Ik zeg tegen Steph dat ze maar vriendelijk moet zwaaien en hallo roepen. De man weet niet wat hem overkomt, begint te lachen en schreeuwt wat tegen de ander. Ze zwaaien terug, roepen nog wat en rijden op de motor weg.
Als we de volgende ochtend wakker worden is de storm gaan liggen. Het landschap is omgetoverd in een winter wonder land. Alles is wit.