Na een lange dag op de slechtste weg van de wereld komen we aan in Altyn Arashan. Om recht in ons bedje te kunnen liggen parkeren we de auto’s op een paar grote stenen in de alpenweide en sjokken richting een huisje op zoek naar wat te eten. We ploffen neer op de bank van een klein gasthuis en laten ons verwennen met een wat matige kop soep. Maar na zo’n lange dag smaakt alles heerlijk. Voordat we vertrekken kopen we in het winkeltje nog wat lokaal bier. Met 9% alcohol moet dit ons wel warm kunnen houden vanavond.
Als we terugkomen bij de auto rent er een Duitse herdershond op ons af. Het is nog een jonkie die maar wat graag komt spelen. Steph is helemaal blij en doopt hem Rex. De biertjes gaan open en met de hond aan onze voeten en de volle maan boven ons hoofd is het een prachtige avond. De oogleden worden steeds zwaarder. Het is tijd om Rex naar zijn mand te sturen en zelf ook onder de wol te kruipen.
Een beetje verward wordt Harm wakker. Het is nog donker maar er is iets aan de hand. De auto schudt. Zouden een aantal locals een geintje met ons uithalen? De auto blijft maar schudden. Harm opent het raam en steekt zijn hoofd naar buiten. Rex ligt nog rustig naast de auto te slapen. En ja hoor daar staat de lolbroek. Een mooi zwart paard staat zijn kont heerlijk tegen onze bumper te schuren. Harm probeert hem stilletjes weg te jagen maar het paard is duidelijk Oost-Indisch doof. Steph is inmiddels ook wakker geworden en vraagt wat er aan de hand is. Wanneer ze te horen krijgt dat er een paard voor de deur staat snapt ze er niets van. Na nog een paar keer hard klappen, zwaaien en roepen heeft het paard de boodschap eindelijk begrepen en sjokt er rustig vandoor om later de buren ook nog een bezoekje te brengen. Harm roept naar Rex waarom hij het paard niet had weggejaagd waarop Rex slaperig naar boven kijkt een keertje gaapt en zijn hoofd weer tussen zijn poten legt. Daar hebben we dus ook niets aan.